Haalbaarheidsonderzoek POMP: Een beslissingsondersteunend kennissysteem in de eerstelijnszorg

Plaatsingsdatum: 28-feb-2011 15:39:57

Spru.IT heeft in samenwerking met het Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen, het departement Informatica van de Universiteit Utrecht, de afdeling Geriatrie van het UMC Utrecht, en het Julius Huisartsen Netwerk, in de personen van Dr. M. Spruit, M. Meulendijk, MSc., Dr. P. Jansen, Drs. C. Drenth-van Maanen, en Prof. Dr. M. Numans, het Haalbaarheidsonderzoek POMP - Een beslissingsondersteunend kennissysteem in de eerstelijnszorg ingediend bij AgentschapNL in het kader van het Small Business Innovation Research (SBIR) Programma onder nummer SBIR104213. Hieronder enkele hoogtepunten uit de management samenvatting.

In Nederland gebruikt zeventien procent van de chronisch geneesmiddelengebruikers vijf of meer medicijnen naast elkaar; vijftig procent van hen is ouder dan zeventig jaar. Deze polyfarmacie vergroot de kans van patiënten op hospitalisatie en is in verband te brengen met problemen zoals onderbehandeling, overbehandeling, ongewenste bijwerkingen en verminderde therapietrouw.De Prescribing Optimization Method (POM) is een medische methode die ontwikkeld is om eerstelijnszorgverleners te assisteren in het optimaliseren van hun medicatievoorschriften. Uit onderzoek blijkt dat met name huisartsen moeite hebben verantwoorde medicatie voor te schrijven bij patiënten met een complex ziektebeeld en excessief medicijngebruik. De POM is bedoeld om door huisartsen en apothekers gezamenlijk gebruikt te worden en zo klinisch relevante interacties tussen medicijnen en menselijke fouten te voorkomen. In een testomgeving bleken huisartsen met behulp van de POM significant beter voor te schrijven; het aantal correcte beslissingen (in overeenstemming met richtlijnen) steeg, terwijl het aantal potentieel schadelijke fouten daalde.Om de POM optimaal te kunnen inzetten zijn de mogelijkheden verkend om de methode in een beslissingsondersteunend zelflerend kennissysteem te verwerken; het POM Platform (POMP) is het conceptueel model van dit idee. In het project wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een hoogwaardig ICT-systeem, dat geïntegreerd wordt met eerstelijnszorginformatiesystemen om de POM zo effectief mogelijk te faciliteren. Door de integratie met bestaande informatiesystemen sluit het gebruik van het POMP zo nauw mogelijk aan bij de werkprocessen van zorgverleners en kan er efficiënte informatieuitwisseling tussen de verschillende applicaties plaatsvinden. Kennisacquisitie en kennismanagement worden ingezet om de adviezen te toetsen aan de praktijk en de methode te optimaliseren.

In deze haalbaarheidsstudie is een combinatie van wetenschappelijk valideerbare methoden en praktisch onderzoek gebruikt om eventuele hindernissen te inventariseren. Er is o.a. een enquête verspreid onder vijfhonderd huisartsen om te meten in hoeverre zij polyfarmacieproblematiek herkennen en of zij een assisterende methode zouden willen gebruiken. Uit de resultaten blijkt dat de problemen veelal herkend worden; maar liefst 58% van de respondenten geeft aan de POM een bruikbaar initiatief te vinden (daarnaast is 48% procent eventueel geïnteresseerd).

Het POMP-project is sectoroverstijgend, aangezien expertise van meerdere disciplines wordt gecombineerd om een maatschappelijk probleem op te lossen. Centrale spil en uitvoerder van het project is Spru.IT. Daarnaast draagt de bètafaculteit van de Universiteit Utrecht zorg voor de informatiekundige en technische kennis; Ephor en de afdeling Geriatrie van het UMC Utrecht waarborgen de medische kwaliteit en relevantie van de POM. Het Julius Centrum voor gezondheidswetenschappen en eerstelijnsgeneeskunde zorgt via het Julius Huisartsen Netwerk voor een bereidwillige groep zorgverleners waar het POMP getest kan worden. Ten slotte is er een partnerschap met Digitalis Rx aangegaan om de integratie van het POMP te faciliteren.

Meer dan de helft van de ondervraagde huisartsen geeft te kennen zeker geïnteresseerd te zijn in het POMP. Uit literatuurstudies naar technologieacceptatie blijkt dat de grootste barrières van huisartsen verholpen kunnen worden; het POMP kan de kwaliteit van hun voorschriften aantoonbaar verbeteren en de benodigde tijd per patiënt aanzienlijk verkorten.

Verzekeraars zijn bereid innovatieve kostenbesparende initiatieven te stimuleren door het gebruik ervan aan huisartsen te vergoeden. Daardoor wordt de financiële drempel om het POMP te gebruiken verlaagd; in het bedrijfsmodel is besloten de prijs van een jaarlicentie voor het POMP gelijk te stellen aan de vergoeding voor vijf polyfarmacieconsulten. Zoals in het bedrijfsmodel in Financiën uitgebreid is onderbouwd is het POMP met die scherpe prijsstelling alsnog een zeer levensvatbaar product.

In maatschappelijk opzicht draagt het POMP bij aan de kwaliteit van leven van polyfarmaciepatiënten en helpt het de vergrijzingskosten terug te brengen door ouderen langer gezond te laten leven. Een prognose van de besparing in zorgkosten wordt in detail uitgewerkt in de maatschappelijke meerwaarde in het hoofdstuk Financiën, maar gezien het feit dat huisartsen gemiddeld 186 polyfarmaciepatiënten hebben en tien procent van de acute hospitalisaties gerelateerd is aan verkeerde medicatie, zijn er grote besparingen te maken. Zo blijkt uit de maatschappelijke meerwaarde dat implementatie van het POMP op jaarbasis 285 levens kan redden en de Nederlandse maatschappij €42,5 miljoen kan besparen.

Uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat het ontwikkelen en integreren van een beslissingsondersteunend kennissysteem in de eerstelijnszorg zowel technisch, medisch als economisch haalbaar is. In de volgende fase zal een implementatie van het POMP ontwikkeld en getest worden in het huisartsennetwerk. Ook de mogelijkheden voor kennismanagement zullen dan onderzocht en getest worden. In de commercialisatiefase zal het POMP door middel van integratie met Digitalis’ software landelijk verspreid worden; door de waarborging van Ephor, het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht zal het systeem continu verfijnd en geactualiseerd worden, met uiteindelijk doel om polyfarmacie volledig beheersbaar te maken.